Multinationals als Philips , Nivea en Nestlé innoveren er lustig op los in China. Van waterflossers tot koffie met fruitsmaak, merken lanceren meer producten in nieuwe categorieën en investeren meer in R&D in ’s werelds grootste consumentenmarkt nu blijkt dat innovaties die ze daar op de markt brachten het ook in andere landen goed doen.
China is een kweekvijver voor innovatie omdat de digitaal goed onderlegde Chinese consument graag nieuwe producten probeert en trends omarmt. Dat is terug te zien in de cijfers: de digitale economie aldaar is de afgelopen jaren fors gegroeid en is nu goed voor een waarde van 45 miljard Chinese renminbi (omgerekend 6,6 miljard euro). Dat is maar liefst 40% van het bruto binnenlands product.
Een van de innovaties die het goed doet op de Chinese markt is de waterflosser van Philips . Het bedrijf gebruikte data van Alibaba ’s innovatiecentrum TMIC om het product speciaal voor de Chinese consument te ontwikkelen. Het succes bracht de multinational op ideeën voor productinnovaties in andere markten. Met hulp van TMIC-data ontwikkelde Nestlé een koffie met fruitaroma die het Chinese publiek zich uitstekend laat smaken. En het Duitse Nivea lanceerde een crème met tijgergras voor mannen met een vermoeide huid. Na succes in China wint het product nu gestaag aan populariteit in andere Aziatische markten zoals Korea.
De genoemde merken breiden inmiddels ook hun onderzoek- en ontwikkelingsafdeling in het land uit om nog beter in te kunnen spelen op de behoeften van de Chinese consument. Zo heeft Philips in mei een innovatie-afdeling opgezet in Shenzhen. Nestlé is al 30 jaar actief in China en heeft in die tijd acht R&D-vestigingen in het land opgezet.
Er zijn zelfs merken die hun R&D-proces op de schop nemen om beter in te kunnen spelen op de consumenteninzichten die data van online verkoopplatforms zoals Alibaba opleveren. Zo heeft Philips een scheerapparaat voor jonge mannen ontwikkeld dankzij co-creatie met Chinese consumenten.