Door Lina Arrifi, RI Specialist bij DPAM
De voorbije jaren is er in de VS steeds meer kritiek gekomen op investeringen in milieu, sociale doelen en goed bestuur (Environmental, Social en Governance – ESG). Deze beweging weerspiegelt bredere politieke en sociale spanningen omtrent duurzame financiering en verantwoord ondernemen. Wat voedt dit verzet?
Gebrek aan informatie: een belangrijke factor is dat het grote publiek weinig inzicht heeft in ESG. Uit een recent onderzoek van Global Strategy Group blijkt dat slechts 22 procent van de Amerikanen de ESG-principes goed begrijpt. Dat verklaart waarom campagnes tegen ESG vaak op veel bijval kunnen rekenen.
Economische redenen: volgens tegenstanders van ESG leidt de aandacht voor niet-financiële factoren een bedrijf af van zijn primaire doelstelling, namelijk de aandeelhouderswaarde maximaliseren. Critici beweren dat ESG-initiatieven extra kosten met zich meebrengen voor bedrijven. Dat heeft vooral gevolgen voor sectoren zoals fossiele brandstoffen, waar ESG-gedreven desinvesteringen de investeringen kunnen verminderen en tot hogere kosten kunnen leiden. Amerikaans protectionisme: veel mensen vrezen ook dat ESG-initiatieven het Amerikaanse concurrentievermogen zullen ondermijnen, wat aansluit bij de algemene protectionistische tendenzen in Amerika. Critici zeggen dat de VS uitblinken in traditionele energiesectoren en dat de focus op hernieuwbare energie (vaak geïmporteerd uit China) de economische positie van het land kan verzwakken.
Politieke en ideologische redenen: er is een duidelijke politieke kloof. Democraten zijn meestal voorstander van ESG, met het argument dat duurzaamheid op lange termijn van cruciaal belang is voor de economische stabiliteit. Republikeinen zijn doorgaans tegen ESG, omdat ze het zien als overheidsinmenging en een vorm van ‘woke kapitalisme’, dat bedrijven liberale waarden oplegt en de vrije markten ondermijnt. De politieke kloof weerspiegelt de bredere ideologische verschillen tussen beide partijen over de rol van de regering, regelgeving en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Talmen, vertragen, uitstellen: dit verzet wordt nog versterkt door de neiging van politieke leiders of instellingen om zinvolle klimaatmaatregelen uit te stellen. Vaak gebeurt dit door de verantwoordelijkheid elders te leggen. Dat kan zich uiten in argumenten dat toekomstige technologie het probleem van de klimaatverandering zal oplossen, of dat er meer onderzoek nodig is voordat er ingrijpende wijzigingen worden doorgevoerd.
Een van de belangrijkste discussies rond ESG-investeringen wordt gevoed door de bezorgdheid dat het opnemen van niet-financiële elementen in investeringsbeslissingen tot een verminderde focus op prestaties zou kunnen leiden. Het concept van rendement kan echter niet los worden gezien van de inherente risico's van de investering. Om de risico's van aandelenbeleggingen te beoordelen, is het essentieel om de relatie tussen een bedrijf en zijn belanghebbenden te begrijpen. Belangrijke ESG-factoren, zoals de manier waarop een bedrijf grondstoffen inkoopt of de werknemersrelaties beheert, hebben rechtstreeks invloed op het risicoprofiel.
De materialiteit van ESG-risico's wordt nog extra onderstreept door het feit dat overheidsbedrijven verplicht zijn om jaarlijks verslag uit te brengen over hun ESG-prestaties, waarbij ecologische en sociale risico's vaak een cruciale rol spelen. Deze risico's zijn verre van hypothetisch: ondermaatse ESG-praktijken kunnen tastbare en blijvende gevolgen hebben voor de cashflow en reputatie van een bedrijf. Volgens een onderzoek van Bank of America uit 2019 kostten ESG-controverses de S&P 500-bedrijven tussen 2014 en 2019 meer dan een half biljoen dollar.
Het verwaarlozen van ESG-factoren betekent vaak dat kritieke risico's over het hoofd worden gezien, waarbij elke dollar die wordt uitgegeven aan externe factoren of rechtszaken de beschikbare middelen voor herinvestering of investeerdersrendement vermindert. Dat is uiteindelijk nefast voor de waardecreatie.
En ironisch genoeg zijn de bedrijven die vaak onder vuur liggen vanwege hun impact op milieu en maatschappij vaak juist het best toegerust om de overgang naar een duurzamere toekomst te leiden. Sectoren zoals olie en gas, farmaceutica en consumentengoederen, die dikwijls in het middelpunt van ESG-debatten staan, zijn meestal matuur, rijk aan liquide middelen en erg winstgevend. Hun sterke kasstromen verzekeren niet alleen hoge dividenden voor aandeelhouders, ze geven deze bedrijven ook een unieke uitgangspositie om impactvolle ESG-transformaties door te voeren.
Kijk maar naar Graphic Packaging, een grote speler op het vlak van papieren verpakkingen: het bedrijf heeft fors geïnvesteerd in gerecycleerde verpakkingsoplossingen, waardoor bedrijven in de voedingsmiddelen- en drankenindustrie kunnen afstappen van plastic. Deze aanpak versnelde de groei van het bedrijf in vergelijking met zijn concurrenten en garandeerde tegelijkertijd een stabiel rendement voor de aandeelhouders.
Hoewel de berichtgeving in de Amerikaanse media vaak de nadruk legt op de politieke weerstand tegen ESG, blijft het engagement voor verantwoorde investeringen gelukkig sterk, zelfs in de VS. Veel organisaties blijven de ‘Principles for Responsible Investment’ onderschrijven en deze principes trekken nog steeds nieuwe ondertekenaars aan. Klimaatverandering en diversiteit, gelijkheid en inclusie zijn daarbij de voornaamste ESG-prioriteiten – vooral voor ondertekenaars in de VS. Noord-Amerikaanse ondertekenaars mogen dan wel minder openbaar maken over verantwoord beleggen dan bedrijven in Europa, Oceanië en Azië, toch boeken ze nog steeds gestage vooruitgang. Zo steeg het percentage Noord-Amerikaanse ondertekenaars dat duurzaamheidsresultaten identificeert, van 58 procent in 2021 naar 71 procent in 2023.
Het is waar dat ESG-kwesties in de VS sterk gepolitiseerd zijn en vaak samenvallen met regeringswissels tussen democraten en republikeinen. Dat zorgt voor onzekerheid over de regelgeving omtrent ESG op de lange termijn en de timing van de beleidsimplementatie. Toch zullen economische kansen en toegang tot goedkopere financieringen wellicht de drijvende kracht blijven achter het ESG-engagement van bedrijven. Duurzame projecten profiteren vaak van incentives zoals groene obligaties, gunstige financieringsvoorwaarden en overheidssubsidies, wat bedrijven nog meer motiveert om ESG-gerelateerde initiatieven na te streven.
Bovendien zet de groeiende vraag van consumenten en internationale beleggers naar duurzame producten en diensten bedrijven extra onder druk om hun ESG-prestaties te verbeteren. Als belangrijke economische speler op het wereldtoneel zullen de VS een hoofdrol spelen in de overgang naar een duurzamere wereld. Door zijn enorme consumentenmarkt, innovatievermogen en economische centraliteit is het land een belangrijke drijvende kracht achter de wereldwijde duurzame transitie. Hoewel de politieke verschuivingen tussen republikeinse en democratische regeringen deze overgang kunnen vertragen, is het onwaarschijnlijk dat ze deze helemaal zullen stoppen.